Zutphen Hanzestad

Zutphen lag aan de rivieren de Berkel en de IJssel, waardoor het een goede verbinding had, vooral naar Duitsland. De stad had een belangrijke rol in de Rijnhandel rond de 14e eeuw. Doordat Zutphen aangesloten was bij de Hanze, bloeide de stad helemaal op. Deze eeuw staat ook bekend als de Gouden Eeuw van Zutphen. Zutphense kooplieden werden gesignaleerd in Duitsland, Engeland en de Oostzeelanden. Ze voerden handel in diverse producten zoals wijn, haring, hout, pelzen en wol. Op gezette tijden kwamen de leden van de Hanze bij elkaar in Lübeck (Duitsland). Elke aangesloten stad had een aantal afgevaardigden. Hier praatten ze handelsconflicten uit, maar ze vertelden elkaar ook nieuwtjes over graanprijzen, uitvindingen en handelsroutes. Zutphen was bijna altijd vertegenwoordigd, want ze wilden hier natuurlijk goed voor de dag komen. Het hoogtij van de Hanze viel in het midden van de 15e eeuw. Zutphen was aan het eind van deze eeuw verarmd. Er was inmiddels een einde gekomen aan de bloeiende handel, mede doordat de IJssel aan het verzanden was, wat de handelsvloot bedreigde. De Hanze kreeg een steeds zwakkere positie, mede door de versterkte concurrentie van handelaren uit Holland, Zeeland en Engeland. Ook stelden de individuele steden, waar de Hanze uit bestond, hun eigen belang steeds meer boven dat van de Hanze. De Hanze viel daardoor feitelijk uiteen in de 16e eeuw.